Johann Sebastian Bach – ORKESTSUITES NR. 2 en 3

De vier Orkestsuites van Bach beginnen allemaal met een monumentale ouverture, gevolgd door een serie korte barokdansen. Twee losse delen uit deze suites zijn bekend bij een breed publiek: de swingende Badinerie met virtuoze fluitsolo uit Suite nr. 2, en het gedragen Air uit Suite nr. 3. Bach heeft bij het Air de blaasinstrumenten weggelaten, waardoor de warme klank ontstaat die zo mooi bij het stuk past. De bijnaam ‘Air op de G-snaar’ is ontstaan toen violist August Wilhelmj in 1871 een arrangement maakte waarbij de melodie door één viool op de G-snaar werd gespeeld. Noot: de vier Orkestsuites worden ook de vier Ouvertures genoemd.