Ridder Ruslan, dichter Ratmir en avonturier Farlaf zijn uitgenodigd op een feestmaal ter ere van Ljudmila, de dochter van grootvorst Svetosar van Kiev. Ze zijn alle drie uit op Ljudmila’s hand, maar alleen Ruslan kan de Russische prinses bekoren. Tijdens het feestmaal wordt Ljudmila ontvoerd door twee monsters, waarop haar vader de hand van zijn dochter belooft aan degene die haar veilig weet terug te brengen. De drie kerels gaan op zoek en uiteindelijk weet Ruslan haar met behulp van een magische ring te bevrijden…
Libretto naar het gelijknamige gedicht van Poesjkin. Van Mikhail Glinka (1804-1857) is bekend dat zijn gewoonte was languit liggend op de sofa te componeren, en dit vooral als hij verliefd of dronken was, of een combinatie van beide! Maar ondanks het feit dat Glinka als een luie bon-vivant te boek stond, heeft deze componist prachtige stukken geschreven, waaronder de opera Ruslan en Ljudmila. Het was een van de eerste Russische opera’s, die op de première echter matig ontvangen werd omdat de Italiaanse opera toen helemaal ‘in’ was. Vier jaar later volgde een tweede poging en dat was wél een succes (er volgden meer dan 700 uitvoeringen). Een opera rijk aan Russische melodieën, en een van de bekendste (en snelste) ouvertures uit de klassieke muziek.

Benieuwd hoe het klinkt? Luister hier!

Bron: Klassiek In Zicht, Aldo Druyf