Niemand schreef mooiere of beter dansbare balletmuziek dan Tsjaikovski (1840-1893). Hij was van mening dat balletmuziek hem vele muzikale mogelijkheden gaf. Tsjaikovski gebruikte symfonische elementen en ondersteunde de dramatische actie van het podium in de partituur. Ook schetste hij de karakters van de verschillende personages met zijn muziek. Tsjaikovski’s populairste balletcomposities zijn Het Zwanenmeer, Doornroosje (Sleeping Beauty) en De Notenkraker :

’s Nachts droomt de kleine Clara dat de kamer vol muizen zit. Maar haar poppen verjagen onder aanvoering van de Notenkraker (in de vorm van een traditionele Russische pop) de Muizenkoning en zijn troepen. Als de Notenkraker verandert in een knappe prins beleven ze samen nog spannende avonturen…
Vrolijk sprookjesballet dat zich afspeelt op kerstavond, naar een sprookje van E.T.A. Hoffmann. De verkorte achtdelige suite opus 71a, die door Tsjaikovski zelf werd samengesteld voor concertgebruik (dus zonder dans), is zeer populair. Hierin zijn onder andere opgenomen de Dans van de Suikerfee en de Bloemenwals. Je mist dan echter wel veel moois, zoals bijvoorbeeld de Pas de deux: De Prins en de Suikerfee. Het complete ballet opus 71 duurt negentig minuten en de suite opus 71a duurt ongeveer vijfentwintig minuten.

Benieuwd hoe het klinkt? Luister hier!

Bron: Klassiek In Zicht, Aldo Druyf